Kunst op Vollenhof 12-13 augustus 2022
Bezoek de Vollenhof tijdens het Tweedaags Kunstfestival 2022
Op vrijdag 12 en zaterdag 13 augustus verwelkomt landhuis Vollenhof bezoekers in het kader van het Tweedaags Kunstfestival. Een niet te missen etappe op de kunstroute deze zomer!
Kunstenaar Willem Bultman uit Elburg zal beeldhouwwerken en schilderijen tentoonstellen op het voorplein van de buitenplaats en in de rommelige maar sfeervolle werkplaats in het voormalige koetshuis.
Bewoner en beheerder Archie van Riemsdijk zal de belangstellende bezoekers iets vertellen over de in het huis aanwezige familieportretten uit de periode 1800-1950. Het huis is nog grotendeels ingericht zoals het in de jaren 1960 werd gemeubileerd door zijn grootouders Adriaan en Aurelia van Riemsdijk.
Net als op de andere locaties die meedoen aan dit evenement is er een muzikale omlijsting. Op zaterdag om 13.30 en 14.30 zal er muziek worden gespeeld door Inge Mulder.
Voor de actuele details verwijzen wij naar de website http://www.visitoldebroek.nl van het Toeristisch Platform Oldebroek die het evenement organiseert.
Het monument
Met zijn klassieke voorgevel en voorplein, omzoomd door beukenhagen en beukenlanen is de Vollenhof met gemak het mooist gelegen woonhuis in de gemeente Oldebroek. Dat vinden de bewoners zelf tenminste. Het is in elk geval het soort huis dat kinderen graag natekenen. Het platte, witgepleisterde huis met de groene zonneluiken is het middelpunt van een beschermde historische buitenplaats, met zijn voormalige toegangspoort en oprijlaan, voormalig koetshuis, voormalige tuinmanswoning en voormalige boerderij. Aan het onderhoud van toegangspoort en lanen “wordt gewerkt”, net als aan de inrichting van het huis, die nog grotendeels hetzelfde is als in de jaren 1960. De oude meubels en portretten roepen nog de sfeer op van een buitenplaats uit het midden van de vorige eeuw. En dat is best leuk om eens te zien.
Voor wie meer wil weten over de bewoningsgeschiedenis van de Vollenhof volgt hieronder een historische schets.
Bewoners van landgoed Vollenhof sinds de pruikentijd
door Archie van Riemsdijk
Waar nu landgoed Vollenhof ligt, bezat Dries Jans Willems in de eerste helft van de zeventiende eeuw al een forse lap grond: 3 mud roggeland en maar liefst 30 morgen haverland, met daarbij nog plaggeveld en hooilanden. Zijn erfgenamen verkochten in 1680 ‘huis, hoven en hoffstede, hooch en leech lant’ aan de Zwolse griffieklerk Herman Langen, die de eerste stadse eigenaar werd. Vijftien jaar later werd diens buitenplaats in gebruik genomen door Arnold Vollenhove, die al op jonge leeftijd hetzelfde lucratieve ambt mocht bekleden. Dat had zijn vader, de beroemde hofpredikant en dichter Johannes Vollenhove, voor hem geregeld.
Al de laenen van ’t loofryk Oldebroek
Howel de naam Vollenhof pas honderd jaar later verschijnt, kan Arnold Moonens gedicht “Op het huwelijk van den Heere Arnold Vollenhove, klerk der Provincië van Overyssel, en Joffrou Rensië Eekhout” uit 1695 dienst doen als geboortebewijs van het landgoed. De dichter verwijst naar de vele lanen die in Oldebroek werden aangeplant, ook op andere buitenplaatsen, zoals IJsselvliedt en Oldhorst:
“Wat doet ge prysselyk en wyslyk, VOLLENHOVE,
Myn vrient en naemgenoot, nu ’t voorjaer groent en groeit,
Dat gij uwen gront, die straks, zoo ryk van kleuren, bloeit,
Met EEKENHOUT beplant, HOUT, dat nooit herfst beroove
Of plondere van haer, geen zon of hontstar doove
Met vrucht en sap, hoe fel de hemel ’s zomers gloeit!
Ai queeck uw jonge telg, van hemeldau besproeit,
Met teedre zorg; ik wed, haer warmte koestre en stoove
Tot op den ouen dagh uw arbeidzaeme leên,
Na dat haer vruchtbre schoot met spruiten, ongemeen
Van aert, uw tuinen ruim zoo weeligh heeft gezegent,
Als al de laenen van ’t loofryk Oldebroek.
Hier op bestraele u ’t licht steets uit een’ warmen hoek.
Hierop zij RENSJES erf met heil van Godt beregend.”
De bruid was een dochter van een welgestelde regent van de stad Kampen, burgemeester Peter Eeckhout, zelf eigenaar van het nabijgelegen landgoed Oldhorst dat voor zijn zoon Anthoni bestemd was. Kocht de burgemeester buurmans erf erbij als bruidsschat voor zijn dochter Renssia? We weten het niet.
De huwelijkswens van Moonen kwam niet uit: er kwam maar één dochter, Gesina Catharina. Zij trouwde eerst met de secretaris van Kampen Aper Herweijer, die jong overleed. Ze hertrouwde met Frans Lemker, die Herweijer opvolgde als secretaris en dankzij dit huwelijk dus in een klap een van de invloedrijkste politici van Kampen werd. Het zal vast geholpen hebben dat zijn oom de griffier van de Staten van Overijssel was geweest.
Uit het testament van Gesina Catharina Vollenhove en stadssecretaris Frans Lemker blijkt dat het landgoed hun levenswerk was dat veel geld verslond. Zoon Arend Jan Lemker, die net als zijn vader tientallen jaren secretaris van Kampen was, verloor in de Franse tijd zijn ambt, maar behield de buitenplaats, die inmiddels Vollenhof heette. Zijn zoon Frans Lemker werd onder koning Lodewijk Napoleon toch weer ‘maire’ van Kampen en ook de eerste burgemeester van de stad onder koning Willem I.
De stad kreeg in die tijd een nieuw havenfront, en stadsbouwmeester Nicolaas Plomp gaf mogelijk ook het Oldebroekse buiten van de burgemeester een nieuw witgepleisterd uiterlijk, zonder veel tierlantijnen. De burgemeester ging uit jagen op zijn landgoed en bracht er de zomermaanden door. De bibliotheek van zijn voorvaderen en de familieportretten bleven in zijn woonhuis in Kampen. Na tientallen jaren als lid van de Tweede Kamer te hebben gependeld tussen Kampen en Den Haag, wijdde Lemker zijn laatste jaren aan zijn landgoed. Daar liet hij een beukenlaan planten en kweekte druiven en misschien ook wel ananassen.
Omdat hij op hoge leeftijd trouwde met een piepjonge Amsterdamse apothekersdochter bleven zijn collecties boeken en Hollandse meesters tot vijftig jaar na zijn dood bijeen. De directeur van het toen nog jonge Rijksmuseum, Barthold van Riemsdijk, nam een kijkje in het oude huis Lemker in Kampen toen de boel in 1908 werd geveild. Hij vond het geheel wat tegenvallen, maar kocht er toch een aantal landschappen en stillevens uit, die na een eeuw in ’s rijks museumdepot nu online te bewonderen zijn.
De bepruikte tronies der Vollenhoves werden gekocht door de diplomaat Maurits van Vollenhoven, die het pronkboek over zijn geslacht graag opfleurde met deze naamgenoten, die eigenlijk helemaal geen familie waren. Ze zijn nu spoorloos. De bibliotheek en manuscripten werden verkocht. Aan brieven en persoonlijke documenten is weinig teruggevonden.
Het landgoed, dat honderden jaren in dezelfde familie was, werd tussen 1908 en 1920 drie keer verkocht. De laatste koper was graaf René van Bylandt, zoon van een voorzitter van de Tweede Kamer die in die taak naar men zegt niet erg uitblonk. Na tien jaar als herenboer op Vollenhof reed René op een kwade dag te hard over de IJsselbrug en botste op een melkwagen die de brug opreed. Hij ligt begraven aan de Stationsweg in Wezep.
Anna Elisabeth van Bylandt geboren gravin van Limburg Stirum erfde de landgoederen Oldhorst en Vollenhof. Ze liet Vollenhof na aan de drie kinderen van haar achternichtje Aurelia van Riemsdijk, die ze goed kende omdat ze in haar woonplaats Noordwijk waren opgegroeid.
Aurelia, in haar jonge jaren actief in de golfsport, trouwde met de eveneens sportief aangelegde Adriaan van Riemsdijk, later directeur van drankenfabrikant Lucas Bols. Hun zoon Barthold van Riemsdijk, die het landgoed sinds de jaren 1980 beheert, hield met zijn zuster Olda Smidt van Gelder de jaarlijkse jachtdag lang in ere. Tegenwoordig is het huis een van de weinige historische buitenplaatsen die nog altijd zo worden gebruikt. Het wordt daarnaast ook regelmatig verhuurd als een uniek vakantiehuis.
Portretten
Een aantal portretten zijn negentiende eeuws, zoals het schilderij van Adrianus van Riemsdijk van Gemert door de Brabantse kunstenaar Nicolaas de Winteroy. Deze Adrianus, uit een Tielse familie, sloeg een goed figuur als bestuurder in Limburg onder koning Willem I en werd zo de eerste jonkheer Van Riemsdijk.
Ook van de generaties na hem zijn schilderijen of foto’s aanwezig. Enkele schilderijen hingen jarenlang in het huis Molecaten, waar Aurelia als freule woonde in de jaren 1920. Het zijn de portretten van twee van haar overgrootouders, die van jongs af aan baadden in weelde in Nederlands-Indië en later een kolenmijn kochten in het Duitse Roergebied.
Alle rechten voorbehouden.